top of page
Zoeken
  • Foto van schrijverAn

you have to walk before you can run

Bijgewerkt op: 20 apr. 2019


Deze ochtend begon het leven hier opnieuw om half zes. Mijn tweede guesthouse ligt aan een drukke kruising, dus vanaf het moment dat de motoren en scooters van hun standaards worden gehaald, is slapen iets waar je alleen nog maar van kunt dromen. Het ontbijt was leesbaar op een menukaart. Er was koffie. Heimweeïg dacht ik aan de thee in het andere guesthouse, de thee uit de grote pan, de thee waar van alles in drijft en waar zoveel pittige kruiden aan worden toegevoegd dat je je bij de eerste slok al verslikt en nerveus op zoek gaat naar water. Ik mis het drukke kroost dat mijn slaap elke nacht verstoorde, ik mis zelfs de koude douche. Gisteren bezocht ik de Boudha Stupa, een van de grootste stoepa’s in Azië, gebouwd op een oude handelsweg naar Tibet. Ik voelde me er niet thuis, waarom weet ik niet. Misschien kwam het door de storm van de avond daarvoor, wellicht waren er teveel mensen, teveel bidkralen, teveel boterlampjes. Gezien het vroege uur besloot ik vandaag een nieuwe poging te wagen. Halfweg leek ik in een optocht van pelgrims terecht te zijn gekomen. Traag bewoog de opeengepakte massa zich naar het plein. Daar aangekomen leek dat niet meer op het plein dat ik gisteravond was ontvlucht. Stapvoets en zonder enige persoonlijke ruimte liepen pelgrims en monniken biddend rondom de Boudha Stupa. Overigens gebeurt dit altijd in de richting van de klok, dus iedereen loopt dezelfde kant op. Aan de rand zaten honderden monniken. Daartussen honderden bedelaars. In hun opgeheven handen stapels bankbiljetten. Karma. Het woord dat ik hier het vaakst hoor. Doe iets voor een ander en het zal jou geluk brengen. Een gift aan een ander levert niet eens een glimlach op. Logisch, want het brengt jóu geluk, niet degene aan wie je het geeft. Dus jij zou dankbaar moeten zijn. Overal stonden boterkaarsen en de geur ervan nestelde zich permanent in mijn neusholte. Na een halve ronde vluchtte ik opnieuw het plein af. Mijn lengte en uiterlijk maakt me een wandelende pinautomaat en het continue verontschuldigende geweiger is vermoeiend. Karma oké, maar hoeveel geluk kun je überhaupt verwerken? Om 11 uur schoof ik aan bij Kunsang. Lang verhaal kort: ondanks veelvuldig contact met het klooster was mijn komst gisteren een verrassing voor ze. Desalniettemin was ik gewenst, maar omdat zo’n beetje de helft van de monniken momenteel in India is om te gaan stemmen en er al twee vrijwilligsters rondlopen, is de spoeling leerlingen tamelijk dun. Daarom opperde Bess, the principals secretary, dat ik deze week privéles in het Boeddhisme zou krijgen van Kunsang. Aldus. Het was interessant. Veel. Ik moest het laten bezinken. You have to walk before you can run, zei Bess gisteren, en dus wandelde ik het klooster weer uit. Nam een taxi en at momo’s in Thamel in plaats van rijst bij de monniken. Morgen weer een dag.



23 weergaven1 opmerking

Recente blogposts

Alles weergeven

Patan

bottom of page